Met een wijziging van de Arbo-wet per 1 juli 2005 heeft de wetgever gevolg gegeven aan een EG-richtlijn waarin staat dat de arbozorg zoveel mogelijk binnen bedrijven zelf moet zijn ondergebracht. Uitgangspunt is: de arbozorg wordt intern georganiseerd, tenzij dit gezien de omstandigheden niet mogelijk is. Werkgevers en werknemers krijgen daarmee de mogelijkheid om zelf te bepalen welke deskundige ondersteuning zij willen inzetten.

Vangnet- of de maatwerkregeling
Bij de vangnetregeling blijft de organisatie voor alle ondersteuning gebruikmaken van de Arbo-dienst, zoals het voorheen al deed.
Bij de maatwerkregeling heeft de werkgever meer mogelijkheden om de regie zelf te voeren. Voordelen van deze regeling zijn efficiëntie en kostenbesparing. Er zijn drie voorwaarden verbonden aan deze maatwerkregeling:
  1. De maatwerkregeling kan alleen uitgevoerd worden in overeenstemming met de OR of de personeelsvertegenwoordiging (PVT), of nadat het in de CAO mogelijk is gemaakt.
  2. Bij de maatwerkregeling moet de organisatie in elk geval een dienstverleningcontract afsluiten met een geregistreerde bedrijfsarts.
  3. De risico-inventarisatie en -evaluatie moet ook bij de maatwerkregeling uitgevoerd worden en ter toetsing worden voorgelegd aan één van de vier kerndeskundigen (veiligheidskundige, arbeidshygiënist, bedrijfsarts en arbeids- en organisatiedeskundige).
Ook bij de maatwerkregeling blijft de werkgever verantwoordelijk voor het zich laten bijstaan voor bij de volgende vijf onderwerpen:
  1. advies over, en toetsing van de RI&E,
  2. verzuimbegeleiding,
  3. arbo/preventie-spreekuur,
  4. periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek,
  5. aanstellingskeuringen (indien dit is toegestaan).
Kortom: deze bijstand hoeft niet langer meer verplicht te worden afgenomen van een Arbo-dienst, deze dienstverlening mag ook door anderen worden verleend.